COVID-19: STAND VAN ZAKEN OP 12 APRIL 2020

Hier is onze release van de week. Tijdens de hele Covid-19-crisis stellen wij u voor om regelmatig terug te komen op de verschillende gebeurtenissen die de pandemie in België kenmerken. Rusthuizen, miljarden euro’s en Sciensano, hier is de samenvatting van dit persbericht.

Vrijwilligers voor de rusthuizen.

De situatie in de rusthuizen is catastrofaal. Zoals we al meerdere malen hebben aangegeven, heeft de overheid van onze instellingen voor ouderen letterlijk sterfhuizen gemaakt. Het gevaar voor de bewoners en het personeel is duidelijk!

Vandaag zijn de sterfgevallen door COVID-19 in rusthuizen goed voor maar liefst 40% van het totale aantal sterfgevallen, volgens Emmanuel André, de interfederale woordvoerder van het crisiscentrum. Het is duidelijk dat er meer ouderen slachtoffer zijn van COVID-19 in vergelijking met de rest van de bevolking. Het is daarom niet verwonderlijk dat een groot deel van de sterfgevallen in rusthuizen voorkomt. Maar deze hoge sterftegraad wordt nog verergerd door schuldig verzuim van de overheid. Sinds het begin van de epidemie zijn de rusthuizen namelijk onvoldoende of zelfs helemaal niet uitgerust met beschermingsmiddelen.

Zoals al vermeld in een eerder persbericht van Gezondheid in Strijd/Santé en Lutte, hebben de directies van de instellingen en de federale en gemeenschappelijke overheden het belang van het dragen van chirurgische maskers soms onderschat, en soms zelfs afgeraden of verboden in bepaalde rusthuizen.

Deze richtlijnen zijn over het algemeen gebaseerd op de adviezen van Sciensano, het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid, dat verbonden is aan het Ministerie van Volksgezondheid. Het is heel duidelijk dat dit federale agentschap de effecten van COVID-19 minimaliseert om het tekort aan apparatuur te beheersen.

Bijvoorbeeld de aanbevelingen aan de behandelende artsen, aan de kaak gesteld door Dr Nora Zekhnini (La Libre, 9 april 2020): Sciensano beveelt aan dat artsen die patiënten met symptomen van COVID-19 ontvangen zich alleen beschermen met een chirurgisch masker onder het voorwendsel dat COVID-19 alleen door druppels zou worden overgedragen. Deze aanbeveling is onjuist, « de aërosoltransmissie van COVID-19, d.w.z. door microdruppeltjes die in de uitgeademde lucht blijven hangen en die worden geproduceerd door simpelweg te ademen of te spreken, en dus buiten elke medische handeling die aërosolen genereert, ligt voor de hand » (La Libre, 9 april 2020). Om zich ertegen te beschermen is het dus noodzakelijk om een ffp2-masker te dragen, en aangezien de overheid er geen heeft, raadt ze aan om er geen te dragen. Beschamend.

Om terug te komen op de rusthuizen zijn de richtlijnen dus een gevolg van het gebrek aan apparatuur.. Deze inrichtingen zijn namelijk niet voorzien van beschermingsmiddelen. De richtlijnen voor het al dan niet dragen van het chirurgisch masker zijn er, kortom, alleen om de effectieve afwezigheid van materiaal te rechtvaardigen.

Bovendien raakt de epidemische crisis een sector die al tientallen jaren lijdt aan onderfinanciering en een “vermarkting” van de ouderenzorg, waardoor het winstbejag van privé-belangen de eerste prioriteit zijn geworden in de plaats van kwaliteitsvolle begeleiding. De overheid heeft zich als doel gesteld zich financieel terug te trekken en privé bedrijven de kans bieden om winst te maken op de kap van de zorg. Als gevolg daarvan is de te grote werkdruk door COVID onhoudbaar voor bewoners en personeel.

Zoals we hierboven hebben vermeld, doet Sciensano dienst (het wetenschappelijk instituut van het ministerie van Volksgezondheid) om het gebrek aan adequaat materiaal te legitimeren en brengt zo het verplegend personeel in gevaar. Naast het beheer van het tekort aan materiaal, beveelt Sciensano zorginstellingen aan om personeel dat COVID-19 heeft opgelopen te laten doorwerken. Inderdaad, de aanbeveling van Sciensano is om aan het werk te blijven zolang men asymptomatisch is, een chirurgisch masker draagt en er een tekort aan werknemers is (RTBF Info, 11 april 2020). Het nemen van een dergelijk besmettingsrisico is, gezien de besmettingsgraad van het virus, gewoonweg onverantwoordelijk. “(zelfs) De OCMW’s en het bestuur van de rusthuizen zijn verrast door deze richtlijn. » (RTBF Info, 11 april 2020).

Het resultaat was drie sterfgevallen van zorgverleners, veel zieken onder het personeel en een zeer hoog sterftecijfer onder de bewoners.

« Omdat de situatie in de rusthuizen als gevolg van de coronaviruspandemie bijzonder gespannen is, werd er een oproep naar  vrijwilligers gedaan in de drie regio’s van het land . » (Le Soir, 10 april 2020).

Als een pyromane brandweerman roept de staat nu zijn leger, Artsen Zonder Grenzen en de goede zielen van de vrijwilligers op om dit vuur te gaan blussen. Vuur dat hij zelf heeft aangestoken in de rusthuizen.

Dit beleid is onaanvaardbaar. Na een aanzienlijk deel van het personeel aan het front te hebben opgebrand, roepen onze leiders op tot vrijwillige zelfmoordkamikazes. Het is geen probleem dat de bevolking zich verenigt in deze strijd die in de gezondheidsinstellingen wordt gevoerd, integendeel. Maar mensen het veld insturen zonder loon, zonder bescherming, zonder opleiding, … is gewoon uitbuiting van de solidariteit. Hoewel we al tientallen jaren vragen om een toename van ons personeelsbestand, geeft de staat er de voorkeur aan een beroep te doen op gratis arbeid.

Men moet niet denken dat er op de arbeidsmarkt vandaag de dag geen werkloos gekwalificeerd personeel is, nee, maar het is veel gemakkelijker om beroep te doen op gratis gevoelens van solidariteit dan om personeel in dienst te nemen. Net zoals het vanuit het oogpunt van de staat gemakkelijker is om te vertrouwen op de solidariteit van de bevolking om maskers te maken, in plaats van bedrijven op te roepen tot het op grote schaal produceren van beschermingsmiddelen. De staat vertrouwt liever op de wederzijdse hulp van de kleine mensen dan te raken aan de belangen van het grote kapitaal.

Dit doet denken aan de oproep voor giften aan ziekenhuizen voor beademingsapparatuur. De falende staat, die de gezondheidssector al jaren uitverkoopt ten gunste van de  commercialisering, doet een beroep op de liefdadigheid van het volk om het volk te redden.

Miljarden voor de economie.

Ondertussen bereiden de Europese Centrale Bank en de Belgische regering zich voor om de economie te « redden » door miljarden euro’s te injecteren. Op basis van het principe van « privatisering van de winsten, mutualisering van de verliezen » zal overheidsgeld worden geïnvesteerd in de particuliere sector om bedrijven en banken overeind te houden. Dit uitgegeven overheidsgeld zal dan door de bevolking moeten worden terugbetaald door middel van bezuinigingsplannen die ons aan het einde van de crisis te wachten staan.

Het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) is hier duidelijk in en houdt voet bij stuk. In een interview met L’Echo (10 april 2020) roept VBO-directeur Pieter Timmermans op om massaal te herinvesteren in de privésector door maatregelen te nemen « die gunstig zijn voor de redding van bedrijven » en om de « patroons/werknemers »-ruzies terzijde te schuiven. Dan herhaalt hij het liberale credo: laten we de besparingen in de zorgsector voortzetten! Voor de gedelegeerd bestuurder van het VBO zal het inderdaad nodig zijn om « waar mogelijk » te blijven besparen in de gezondheidssector (L’Echo 10 april 2020).

Uiteraard hebben noch de staat noch het VBO melding gemaakt van de mogelijkheid om de nodige financiering te zoeken in de belastingparadijzen of bij de aandeelhoudersdividenden. Deze heersende klassen kennen geen schaamte, alleen hun eigen belangen tellen.

Zoals het CADTM (Committee for the Abololition of Illegitimate Debts) in herinnering bracht: « De urgentie is niet om de grote aandeelhouders van banken en grote particuliere bedrijven te redden: de urgentie is om te voldoen aan de financieringsbehoeften van de gezondheidssector en de beschermingsbehoeften van al diegenen die vandaag de dag geen huisvesting, toegang tot water, elektriciteit, voedsel of een inkomen hebben om deze te verkrijgen. (…) Daarom zullen we niet accepteren dat we opnieuw betalen voor hun crisis. Wij eisen een radicale breuk met het beleid van onvoorwaardelijke reddingsoperaties voor banken en de particuliere sector. »

Deze logica van « solidariteit » tussen de staat en de belangen van grote ondernemingen is niet nieuw en houdt niet op in een tijd van crisis.

Meest recente voorbeeld tot nu toe: de regering maakt gebruik van haar speciale bevoegdheden om farmaceutische laboratoria een « monopoliepositie » aan te bieden voor de ontwikkeling en productie van COVID-19 tests (La Libre, 9 april 2020). De Belgische Beroepsvereniging van Medische Biopathologen heeft onlangs immers aan de kaak gesteld dat zij dit niet mogen doen, maar de industriële laboratoria wel, al zijn ze heel goed in staat om aan de vraag te voldoen. Zij concluderen als volgt: « Wij begrijpen en accepteren niet dat de vereiste testcapaciteit in beslag moet worden genomen bij ziekenhuizen en laboratoria buiten het ziekenhuis. We hebben geen sympathie voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het in de steek laten van toegewijde zorgprofessionals die lange werktijden maken, en hun patiënten. Wees dus niet verbaasd dat het vertrouwen in de overheid zwaar is geschokt. »

De woede stijgt

Op dezelfde manier is ons vertrouwen in de regering ernstig geschokt. We zouden zo ver willen gaan om te zeggen dat ons vertrouwen in het beheer van de gezondheidssector door verschillende regeringen in de afgelopen decennia meer dan op de proef is gesteld.

Dus, ja, de woede neemt toe, en terecht. Deze woede is geen irrationeel en ongegrond gevoel. Deze woede is geworteld in het onrecht en de minachting die we al zoveel jaren ervaren.

Het is tijd om de tafel omver te gooien en ons waardesysteem te veranderen. Voortbouwend op de noodzaak om de essentiële sectoren te definiëren, en onze leiders hiermee te confronteren, is het dan niet tijd om de niet-essentiële sectoren te (her)definiëren? Diegenen die het algemeen belang opofferen om de beurskoersen op te drijven? Diegenen die zoveel rijkdom nemen om te verbergen op verre eilanden? Diegenen die de boel runnen om hun klasgenoten beter van dienst te kunnen zijn?

Het is tijd om onze prioriteiten te herzien en de sectoren die essentieel zijn voor het leven te herfinancieren om een eerlijker en meer egalitair systeem op te bouwen.

Een systeem gebaseerd op de mens, dat de ouderen niet op onwaardige wijze laat sterven; dat investeringen in de ouderdom ronduit gerechtvaardigd acht, dat kiest voor het verplegend personeel, investeert in hun loon en welzijn, en hen dienovereenkomstig respecteert voor de onmisbare zorg en diensten die ze aan onze samenleving leveren.

7 april, de Internationale Gezondheidsdag, was een gelegenheid om deze noodzaak om te herinvesteren in de gezondheidszorg voor het algemeen belang opnieuw te benadrukken. Laten we doorgaan met dit momentum, laten we ons op grote schaal mobiliseren bij het einde van de lockdown om de straat op te gaan.

Moed aan jullie allemaal in deze moeilijke periode.