COVID-19 : 417 nieuwe sterfgevallen vandaag in België, voor de rest gaat alles goed

Wij zijn geen kanonnenvoer.

Net als u hebben we met veel aandacht geluisterd naar de persconferentie van de Nationale Veiligheidsraad deze woensdag 15 april. Zoals gewoonlijk wil de eerste minister ons geruststellen. Dat is haar rol, om ons kalm maar alert te houden, net bezorgd genoeg om haar woorden te slikken zonder met de ogen te knipperen.

Toch voelen we ons niet op ons gemak als we naar haar luisteren. We hebben de trieste indruk dat onze moeilijkheden ter plekke niet worden gehoord. De regering pakt de problemen aan zoals ze kan, weken te laat en zeer ontoereikend.

De premier heeft het over een wereldwijde context van schaarste. Misschien. In ieder geval, in het licht van de diefstal van de voorraden die per vliegtuig vervoerd worden tussen landen onderling, kunnen we zeggen dat we ons inderdaad in een gespannen just-in-time markt bevinden. Dat is het probleem. Waarom laten we deze « markt »-logica, die zo inefficiënt is, dan niet varen? Sinds het begin van de epidemie roepen we op tot het opvorderen en nationaal produceren van beschermingsmiddelen. Sinds het begin heeft de staat er hardnekkig op aangedrongen om bij particuliere bedrijven apparatuur te bestellen die niet in voldoende hoeveelheden kan geleverd worden en van slechte kwaliteit is, of die gewoonweg nooit aankomt. We kunnen niet toestaan dat sectoren die zo cruciaal zijn voor onze gezondheid in gevaar worden gebracht door de grillen van de markt. We moeten onze productiemethoden herbekijken om goed te kunnen inspelen op de behoeften van de instellingen van de gezondheidszorg en de bevolking.

Hetzelfde geldt voor de productie van medicijnen die vandaag de dag vaak schaars zijn. Ook al wil Maggie De Block ons geruststellen door te bevestigen dat er geen tekort is aan verdovingsmiddelen (LN24, 16 april 2020), toch hebben we sinds het begin van de epidemie gemerkt dat er een zeer sterke druk ligt op de beschikbaarheid van deze middelen op het terrein.

Zoals Dr. Philippe Devos, hoofd intensieve zorgen van het CHC in Luik, zei: « Wanneer je maar twee dagen voorraad hebt, wanneer je e-mails verstuurt en geen antwoord krijgt, wanneer je andere producten zoals veterinaire producten, enz. ontvangt, ben je niet tevreden met de resultaten. (…) sommige teams hebben inderdaad besloten om te zeggen: ‘we gaan kijken wie de beste overlevingskans heeft’ en deze opnames voorrang  geven op degenen met minder overlevingskans. « (La Libre, 15 april 2020)

Hetzelfde geldt voor de massale doorlichting, die zich op dit moment nog in het stadium bevindt van een streefdoel. De overheid heeft gekozen voor de ‘markt’ en de farmaceutische bedrijven in plaats van voor de not-for-profit ziekenhuis- en polikliniek laboratoria, die in staat zijn een grote productie op te starten. Het is duidelijk dat het gevestigde liberale waardensysteem niet helpt bij het beheren van deze crisis. Erger nog, zoals een journalist aan het eind van de conferentie opmerkte, kunnen deze keuzes het gevolg zijn van belangenconflicten tussen de verantwoordelijke ministers en de farmaceutische bedrijven.

Zeker, mevrouw Wilmès vertelt ons over een toekomstige nationale productie van maskers in het kader van het afbouwen van de lockdown. Dit zou, als we het goed begrijpen, bedoeld zijn om te worden verspreid (verkocht?) onder de bevolking. Ze heeft het over een collectieve inspanning, moeten we allemaal weer gaan naaien? Laten we niet vergeten dat veel materiaal dat momenteel in omloop is onder de bevolking of zelfs in onze gezondheidsinstellingen (mondmaskers, schorten, …) afkomstig is van burgerinitiatieven, omwille van het tekortschieten van de staat. Dus, een nationale productie, maar wanneer? Alleen bij het afbouwen van de lockdown? En dan, door wie? Voor wie precies? Het is veel te ver gegaan, veel te laat! De schade is aangericht.

Net als de federale overheid hebben de gemeenschappen een tekort aan uitrusting aangepakt door de gezondheidsadviezen dienovereenkomstig aan te passen: geen ffp2 voor huisartsen die in contact komen met Covid-19 patiënten; geen systematische chirurgische maskers voor rusthuizen, gevangenissen, psychiatrische centra, thuiszorg, etc.; geen massale tests tot nu toe; geen advies dat het dragen van maskers in het algemeen aanmoedigt…

Een ander beleid was mogelijk, door het opvragen en produceren van beschermend materiaal ‘in eigen beheer’. Zoals blijkt uit deze rusthuizen waar het dragen van maskers sinds het begin van de epidemie verplicht is. Deze instellingen hebben het initiatief genomen om zich te organiseren, dankzij de solidariteit van de bevolking (en niet van de staat), om hun personeel te voorzien van maskers en zo het aantal gevallen van Covid-19 in hun vestigingen aanzienlijk te verminderen (Rtbf Info, 12 april 2020).

Met betrekking tot de verzorgingstehuizen heeft de regering ook aangekondigd dat het bezoek aan deze instellingen onder bepaalde voorwaarden kan worden hervat. Niet alleen is er een aanzienlijk risico op overbesmetting van de bewoners, want het werkveld is op dit moment absoluut niet in staat om deze maatregel te ondersteunen. Ten tweede zou er, om deze bezoeken mogelijk te maken, voldoende beschermende uitrusting nodig zijn, wat in veel instellingen nog steeds niet het geval is. Kortom, deze maatregel, die beweert humaan te zijn, is gewoonweg onverantwoordelijk, zoals sommigen al aan de kaak stellen: gewoon weer een valse belofte.

De resultaten van dit overheidsbeleid weerspiegelen zich in beangstigende cijfers. Ons sterftecijfer per hoofd van de bevolking is inderdaad een van de hoogste in Europa (Le Soir, 14 april 2020; Libération, 14 april 2020). Over getallen gesproken, Maggie De Block zei op 16 april op LN24: « We hebben de meest gedetailleerde manier van tellen », en dat is wat de regering dwars zit. Ons telsysteem zou « te » transparant zijn, « te » gedetailleerd, en het zou de vergelijking met andere Europese landen vertekenen. Erger nog, volgens de premier zouden onze aantallen worden overschat. We zien dat deze cijfers de staat ongemakkelijk maken en dat hij probeert ze te loochenen.

Maar het tellen van ziekenhuissterfgevallen, sterfgevallen in verzorgingstehuizen en vermoedelijke gevallen lijkt ons meer dan gerechtvaardigd. Het tellen van bevestigde en vermoedelijke gevallen is geen overschatting. Integendeel, het is de bedoeling om zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te komen, gezien het onvermogen om massale tests uit te voeren. Bovendien is het in twijfel trekken van vermoedens het in twijfel trekken van de klinische evaluatie die door zorgverleners wordt uitgevoerd. Een persoon die overlijdt aan Covid-19 heeft inderdaad zeer typische symptomen die gezondheidswerkers met een hoge mate van zekerheid weten in te schatten. Als conclusie kan worden gesteld dat ons sterftecijfer per hoofd van de bevolking hoog is, of de regering dat nu leuk vindt of niet, ongeacht de telnormen van de buurlanden.

Tot slot is het ontstellend te moeten constateren dat er geen duidelijke antwoorden zijn op andere belangrijke vragen in de samenleving. Geen woord voor de meest kwestbaren, de kleine zelfstandigen en al diegenen die de volle kracht van deze crisis ondervinden. Men moet blind zijn om de situatie waarin velen van ons zich bevinden niet te zien. « Trek uw plan » lijkt de boodschap te zijn.

Het is ook schokkend om onze premier te horen zeggen dat alle mensen in nood goed zijn behandeld. Om dit te zeggen terwijl we onze ouderen onbeschermd in onze rusthuizen hebben achtergelaten om besmet te worden. Om dit te zeggen, terwijl er veel getuigenissen uit het veld zijn die getuigen van de keuzes die we als gezondheidswerkers hebben moeten maken en blijven maken om te beslissen wie er behandeld zal worden en wie niet.

Het is net zo belachelijk om kwekerijen en doe-het-zelf winkels te heropenen om « de burgers een beetje een droom te geven » (La Libre, 16 april 2020). 

Dit in een tijd waarin we niet over de middelen beschikken om werknemers te beschermen en waarin we weten dat 85% van de gecontroleerde bedrijven de normen voor sociale afstand niet respecteren (Le Soir, 13 april 2020). Wie gaat de nodige apparatuur leveren om het personeel van deze bedrijven te beschermen? Laten we niet vergeten dat het Belgisch College voor Algemene Geneeskunde een standpunt heeft ingenomen in het debat over het dragen van maskers en een mededeling heeft gepubliceerd waarin het, naast opsluiting en sociale afstand, aanbeveelt om iedereen een masker te laten dragen zodra hij of zij in contact komt met andere mensen. Dit betekent buiten, maar ook in bedrijven (rtbf info 7 april 2020).

Mevrouw Wilmès doet een beroep op het gezond verstand en rekent op onze burgerzin door te verklaren: « Als u ziet dat het niet mogelijk is om de veiligheidsafstanden te respecteren op de plaats waar u naartoe wilt, keer dan terug ». Daarom hebben we zin om te zeggen aan onze collega’s in supermarkten, kwekerijen en doe-het-zelf winkels, en overal elders, gebruik uw gezond verstand, als uw gezondheid niet gegarandeerd is, keer dan terug!

Wij zijn niet achterlijk; de stem van de zakenwereld is die naar wie deze regering luistert, en ze negeert de stem van degenen in de frontlinie die al in de miserie zitten.

Hoewel de premier deze vaststelling weigert te accepteren, is het beheer van de pandemie door de regering Wilmès II ontegenzeggelijk het resultaat van een politieke keuze: de keuze van de markt, van een liberaal just-in-timebeleid, van adviezen die variëren in functie van de voorraden in plaats van de gezondheidsbehoeften, van besparingen op materiaal en kostenbesparende maatregelen.

De feiten zijn er vandaag.

De staat telt zijn centen, wij tellen onze doden.